Duurzaam bouwen: energiebesparende maatregelen t.b.v. een lage EPN

Een van de elementen uit het contract met Nieuw Leyden is de verplichting om de woning volgens diverse eisen t.b.v. duurzaam bouwen te realiseren. Dit alles moet resulteren in een energieprestatie coefficient (EPC) van 0,7 of lager. Dit is iets strenger dan wat er in het bouwbesluit is opgenomen. Voor onze woning zijn er allerlei mogelijkheden de revue gepasseerd, zowel bouwkundige en installatietechnische maatregelen. De architect heeft uiteindelijk middels een rekenprogramma bepaald wat het effect is van de maatregelen zodat we voldoen aan de gestelde norm. Hieronder een overzicht van de mogelijke maatregelen die bij ons gespeeld hebben, waarbij er uiteindelijke meerdere maatregelen zijn meegenomen in het ontwerp van de woning.

Bouwkundige maatregelen

De invloed van bouwkundige maatregelen zoals orientatie van de woning, het raamoppervlak, en de vorm van de woning blijken een flinke invloed te hebben op de energieprestatie coefficient. Aangezien we zelf sowieso ingebouwd zitten tussen twee woningen en geen invloed hadden op de orientatie (al zitten we met een Oost en West kant gunstig voor de energieprestatie coefficient), heeft dit onderwerp bij ons geen grote rol gespeeld. De invloed van de gevel hebben we wel terug zien komen in de EPC berekeningen.

Orientatie van het huis ten opzichte van de zon

Veel binnenvallend zonlicht in de winter scheelt in stookkosten, echter kan het in de zomer ervoor zorgen dat er extra gekoeld moet worden (wat weer meer energie kost dan verwarmen). Per saldo heeft veel zonlicht een ongunstige invloed in de EPC berekening. Een orientatie op Oost of West is dus gunstiger dan een orientatie op Zuid.
Oplossingen die ten goede komen aan de EPN zijn onder andere het toepassen van zonnewering, zonwerend glas (met een lage ZTA-waarde) en zonneluiken. Een andere optie is het integreren van een 'thermische schil' rond de woning in de vorm van een serre of onverwarmde garage of berging. Deze schil dient als warmte buffer en verlaagd de EPC.
Hoe compacter de woning, des te gunstiger de energieprestatie coefficient. Een kubus heeft de beste verhouding tussen gebruiksoppervlakte en transmissieverliezen door de gevelbekleding en ramen. Ingebouwde woningen zijn dus weer gunstiger, verspringingen weer niet.

Beperking van vloerdikte

De vloerdikte is beperkt. De houten vloerdelen 'blokkeren' door de goede isolatie eigenschappen van hout anders de warmte te veel. Ons is aangeraden om maximaal 15 mm plankdikte aan te houden. Voor lamelparket is dit een vrij gangbare vloerdikte.

Installatietechnische maatregelen

In de W-installaties zijn er tal van mogelijkheden om de energieprestatie te verbeteren. We hebben ons er destijds in verdiept en de mogelijkheden voor onze situatie afgewogen op basis van investering, invloed op EPC, terugverdientijd, ruimtegebruik, onderhoudskosten en eventuele subsidies. Hieronder een beknopt overzicht van de opties die bij ons zelfbouw project spelen of overwogen zijn.

Maatregelen met betrekking tot ventilatie

Door het Bouwbesluit wordt je al min of meer gedwongen om een energiezuinig ventilatiesysteem toe te passen. Maar er valt juist in de EPC-berekening veel te winnen als je nog verder gaat. Met natuurlijke ventilatie is er een afhankelijkheid van de winddruk. Deze afhankelijkheid ben je kwijt als je zelfregelende ventilatieroosters gebruikt. De roosters regelen de luchttoevoer zonder dat de winddruk van invloed is. Een stap verder gaat het met vraaggestuurde zelfregulerende ventilatieroosters, welke de luchttoevoer regelen aan de hand van de CO2 concentratie in de woning. De laatste stap is een volledig gecontroleerd ventilatiesysteem middels balansventilatie met warmteterugwinning. Toevoer en afvoer wordt geregeld aan de hand van de instellingen van het systeem, waarbij de gebruiker zelf kan de intensiteit kan sturen. De warmte uit de afgevoerde lucht wordt gebruikt voor het opwarmen van de toegevoerde lucht. Onze voorkeur ging uit naar vraaggestuurde zelfregulerende ventilatieroosters, omdat het resulteert in een forse verlaging van de energieprestatie coefficient en de roosters onzichtbaar te integreren waren in ons gevelontwerp.

Zonne-energie middels PV-panelen

De PV-panelen waarmee zonne-energie wordt omgezet in electrische energie is inmiddels bekend. En de subsidieregeling is weer terug van weggeweest, wat de terugverdientijd ten gunste komt. Je moet wel ruimte en de juiste plek hebben voor de panelen. Liefst met een orientatie op Zuid en onder een hoek van 36 graden met de horizon. Zelf hebben we PV-panelen vrij snel geschrapt als optie, gezien de forse investering en onze wens om de het gehele dakterras vrij te hebben van obstakels.

Zonne-energie middels zonneboiler

Met een zonneboiler wordt water door de zon verwarmd en via een warmtewisselaar afgegeven aan het tapwater. Mooi systeem maar ook hier heb je ruimte nodig voor de zonnecollectors en die wilden we nu net gebruiken voor andere dingen...

Lage temperatuurverwarming

Bij lage temperatuurverwarming (LTV) is de aanvoer van warm water naar de radiatoren of vloerverwarming maximaal 55 graden celsius. Er is wel een groot oppervlak nodig voor warmte-afgifte om de ruimtes voldoende te verwarmen: grotere radiators of vloerverwarming met voldoende vloeroppervlakte dus. De opwarmtijd bij LTV van een ruimte is langer wat als nadeel gezien kan worden, maar met een klokthermostaat kan dit weer voorkomen worden. In Nieuw Leyden ligt het toepassen van LTV voor de hand doordat het zich uitstekend met stadsverwarming laat combineren. Verder is vloerverwarming erg populair en ook dat gaat uitstekend samen met lage temperatuurverwarming. In onze woning zit ook LTV en vloerverwarming, met name omdat we vloerverwarming prettige warmte vinden afgeven, we de radiators missen als kiespijn en er minder stof ronddwarrelt in de woning (doordat de lucht gelijkmatig wordt verwarmd).

Stadsverwarming

Het gebruiken van stadsverwarming wordt 'beloond' met een verlaging van de energieprestatie coefficient. Je verwarmd immers je woning en tapwater met restwarmte uit de industrie die anders ongebruikt was gebleven. In Nederland is inmiddels (2009) zo'n 4% van de huishoudens op stadsverwarming aangesloten. Stadsverwarming is een verplicht onderdeel van het contract met Nieuw Leyden en dus geen vrijblijvende optie die we konden afwegen.

Waterbesparing en hemelwatergebruik

Met het water bleek er minder mogelijk dan we dachten. Met een waterbesparende douchekop en toilet houdt het ongeveer op met besparende opties omtrent tapwater. Voor een grijswatersysteem (afkoppeling van hemelwater op roileringssysteem) hadden we weinig plek. Je zou ergens een buffervat waarin het regenwater wordt verzameld, ergens op een hoge plek in het huis, zodat je het water niet weer hoeft te verpompen naar bijvoorbeeld de toiletten.